Inhoudsopgave
1. Een auteur zoeken
2. Onuitgegeven werk beschermen
3. Welke rechten heb ik als auteur?
1. Een auteur zoeken
In onze ledenlijst vindt u alle auteurs die aangesloten zijn bij VAV, evenals de gegevens die zij zelf wensen bekend te maken. In overeenstemming met de wet op de bescherming van persoonsgegevens geeft VAV geen verdere gegevens van auteurs door aan derden. Indien u in contact wil komen met een auteur, dan stuurt VAV uw verzoek graag door.
Bent u op zoek naar een auteur om toestemming te krijgen voor het gebruik van zijn werk?
Hiermee kunt u terecht bij de uitgever, als die u bekend is; in het andere geval kunnen de beheersvennootschappen u mogelijk verder helpen. Ook indien de auteur niet is aangesloten bij hen zullen zij u de juiste beheersvennootschap kunnen geven.
U heeft al het mogelijke heeft gedaan om de auteur van een werk op te sporen, maar tevergeefs? U bent dan gerechtigd het werk te gebruiken, weliswaar met de melding dat de auteur zich voor vergoeding en verdere afspraken kenbaar kan maken.
Indien de auteur van het werk langer dan 70 jaar overleden is, behoort zijn werk tot het openbaar domein: dit betekent dat er geen auteursrechten verschuldigd zijn en geen toestemming vereist is van de rechthebbenden (nabestaanden, uitgever) voor het gebruik van de werken.
2. Onuitgegeven werk beschermen
Als u onuitgegeven werk aan iemand wilt tonen, is het verstandig het eerst te deponeren: op deze manier vermijdt u dat uw werk wordt gekopieerd zonder dat u enig bewijs van uw vaderschap kunt voorleggen.
Bij een depot wordt aan uw werk een datum toegekend; het werk wordt onder gesloten, verzegelde omslag bewaard en wordt slechts in geval van betwisting of bij een proces over plagiaat door de rechter geopend.
In principe kan men alle soorten werk deponeren, maar dit betekent niet noodzakelijk dat het ook beschermd is door het auteursrecht. Een werk is enkel beschermd door het auteursrecht wanneer het voldoet aan de volgende voorwaarden: het werk moet concreet zijn (uitgewerkt – geen idee), origineel en het resultaat zijn van een creatieve activiteit. Meer informatie vindt u hier.
Voor een depot kunt u terecht bij een beheersvennootschap (Sabam of deAuteurs) of notaris.
3. Welke rechten heb ik als auteur?
De auteurswet van 30 juni 1994 kent de makers van oorspronkelijk werk een aantal rechten toe. Auteursrecht maakt deel uit van de intellectuele eigendomsrechten, die het werk van een auteur juridisch beschermen.
Auteursrechten omvatten de morele rechten en de vermogensrechten van de auteur. In contracten met de uitgever worden alleen licenties verstrekt voor de vermogensrechten: de morele rechten zijn onvervreemdbaar.
- Morele rechten: persoonlijke bescherming van de persoon en de integriteit van een auteur. Meer informatie vindt uhier.
- vermogensrechten: de exploitatierechten en de bijhorende inkomsten (royalty’s). Meer informatie vindt uhier.
Deze auteursrechten zijn exclusief, waardoor er steeds om toestemming moet worden gevraagd als derden wensen gebruik te maken van het werk.
Er bestaan enkele uitzonderingen op de exclusiviteit van de intellectuele eigendomsrechten: we denken hierbij aan de collectieve rechten zoals leenrecht en kopierecht. Het betreft wettelijke licenties waardoor de gebruiker zonder rechtstreekse toestemming van de auteur of uitgever van een werk gebruik kan maken. De wetgever voorziet in een collectieve vergoeding, die via Reprobel en Auvibel verdeeld wordt onder de rechthebbenden.
Inhoudsopgave
1. Wettelijke licentie: uw kopierechten en leenrechten
2. Er werd zonder mijn toestemming gebruik gemaakt van (een deel van) mijn werk
3. Wanneer is werk auteursrechtelijk beschermd?
4. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
5. Welke rechten heb ik als auteur?
1. Wettelijke licentie: uw kopierechten en leenrechten
De auteur bezit het exclusieve recht op de exploitatie van zijn werk. Voor ontleningen in openbare bibliotheken en voor het kopiëren regelt de Belgische auteurswetgeving een wettelijke uitzondering hierop. Als compensatie ontvangt de auteur leenrecht en reprografievergoeding.
De vergoedingen uit het leenrecht en de reprografievergoeding zijn in juridische taal niet ‘draagbaar’, wel ‘haalbaar’. In gewone taal: als auteur moet je je rechten laten gelden. Concreet kan dat door lid te worden van een beheersvennootschap (deAuteurs; Sabam; SACD/Scam; Sofam; VEWA) of via Reprobel, die een referentievennootschap zal aanwijzen. Je moet bij je vennootschap je werken ook aangeven en jaarlijks actualiseren.
De beheersvennootschappen berekenen de vergoeding volgens hun interne reglement. Dat is goedgekeurd door de controledienst van de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie en gebaseerd op o.a. genre, omvang, oplage, jaar van uitgifte, bekroningen, verkoopprijs, herdrukken…
Voor de inning van het leenrecht gelden twee parameters: de aanwezigheid in de openbare bibliotheek en het aantal ontleningen. Het aandeel van de auteur bedraagt 70%, dat van de uitgever 30%. Op basis van de collectiegegevens 2011 en de tarieven die zijn ingepland voor 2017 zal het auteursaandeel per ontleend exemplaar van een boek in 2017 maximaal 2,2 eurocent bedragen. Concreet: om een leenvergoeding van 35 euro te krijgen zal van een auteur een boek beschikbaar moeten zijn in alle 800 uitleenpunten en daar tweemaal per jaar uitgeleend worden.
Een Vlaamse auteur kan zijn recht op leenvergoeding ook laten gelden voor in Nederlandse bibliotheken ontleende boeken. Dat doe je door je aan te melden (geen aansluiting!) bij LIRA, met opgave van je titels. De leenvergoeding per ontlening bedraagt in Nederland ongeveer 12 eurocent.
Een raming van de reprografievergoeding is moeilijker vanwege de complexe en uiteenlopende berekeningswijzen. Uit het inkomensonderzoek van VAV bleek dat voor de respondenten gemiddeld 690 euro te zijn – een gemiddelde dat sterk wordt opgetrokken door een kleine groep auteurs met reprografievergoedingen boven de 5000 euro. Wetenschappelijke en educatieve publicaties ontvangen verhoudingsgewijs hogere reprovergoedingen, omdat dit genre in de praktijk meer gekopieerd wordt.
2. Er werd zonder mijn toestemming gebruik gemaakt van (een deel van) mijn werk
Indien u vaststelt dat uw werk door derden werd gebruikt zonder daarvoor uw toestemming werd gevraagd, dient u eerst na te gaan wie over de rechten beschikt.
- Is dit uw uitgever, meld hem dan de inbreuk; uw uitgever zal contact opnemen met de inbreukmakende partij en tot een compromis trachten te komen m.b.t. een gepaste vergoeding.
- Heeft u de rechten niet overgedragen, dan is het aan u om contact op te nemen met de inbreukmakende partij. We raden u aan dit per aangetekend schrijven te doen. Een voorbeeldbrief van een dergelijk schrijven vind u hier
3. Wanneer is werk auteursrechtelijk beschermd?
De auteurswet beschermt oorspronkelijk werk dat een concrete uitwerking heeft gekregen: een idee, concept, principe, methode,… worden niet beschermd. Bovendien moet het werk beantwoorden aan de originaliteitseis:
- het moet gaan om een intellectuele schepping waarbij er een band is tussen de auteur en zijn werk (bepaalde subjectieve keuzes werden gemaakt, creatie van de menselijke geest)
- het werk moet een persoonlijke stempel dragen, met andere woorden een individueel karakter uitstralen, het banale overstijgen.
Bij de beoordeling van de originaliteit wordt geen rekening gehouden met de artistieke of esthetische waarde. Niet alleen een gedicht of scenario maar ook bijvoorbeeld handleidingen en gebruiksaanwijzingen kunnen beschermd worden door het auteursrecht.
Meer informatie vindt u op de website van het Kunstenloket.
4. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
Wanneer u een contract sluit met een uitgever worden daarin de exclusieve licenties voor uw primaire rechten en de afgeleide rechten of nevenrechten geregeld.
De primaire rechten omvatten de primaire exploitatie van uw manuscript, namelijk de uitgave in boekvorm. De nevenrechten (in het modelcontract artikel 2.1, punt (4) tot (10)) betreffen de mogelijke bewerkingen van het manuscript: vertaal-, toneel-, audio- en digitale rechten. Het zijn de afgeleide rechten. Ook deze nevenrechten zijn voorwerp van de overeenkomst , en dus van onderhandeling: u bent niet verplicht al deze exploitatiewijzen aan uw uitgever over te laten. Hiervoor zal uw uitgever vaak contracteren met een derde, die in deze exploitatievorm gespecialiseerd is of die uw boek in een andere taal ter beschikking stelt. Uw uitgever moet u steeds op de hoogte brengen wanneer hij contracteert met een derde.
Wat met de audiovisuele bewerking? In België kan de visuele adaptatie geen voorwerp uitmaken van het uitgavecontract. Deze moet in een apart addendum geregeld worden. De auteur moet zelf beslissen of hij de (onderhandelingen voor) visuele adaptatie aan zijn uitgever overlaat.
5. Welke rechten heb ik als auteur?
De auteurswet van 30 juni 1994 kent de makers van oorspronkelijk werk een aantal rechten toe. Auteursrecht maakt deel uit van de intellectuele eigendomsrechten, die het werk van een auteur juridisch beschermen.
Auteursrechten omvatten de morele rechten en de vermogensrechten van de auteur. In contracten met de uitgever worden alleen licenties verstrekt voor de vermogensrechten: de morele rechten zijn onvervreemdbaar.
- Morele rechten: persoonlijke bescherming van de persoon en de integriteit van een auteur. Meer informatie vindt uhier.
- vermogensrechten: de exploitatierechten en de bijhorende inkomsten (royalty’s). Meer informatie vindt u hier.
Deze auteursrechten zijn exclusief, waardoor er steeds om toestemming moet worden gevraagd als derden wensen gebruik te maken van het werk.
Er bestaan enkele uitzonderingen op de exclusiviteit van de intellectuele eigendomsrechten: we denken hierbij aan de collectieve rechten zoals leenrecht en kopierecht. Het betreft wettelijke licenties waardoor de gebruiker zonder rechtstreekse toestemming van de auteur of uitgever van een werk gebruik kan maken. De wetgever voorziet in een collectieve vergoeding, die via Reprobel en Auvibel verdeeld wordt onder de rechthebbenden.
Inhoudsopgave
1. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
2. Voor welke beheersvennootschap kies ik?
3. Waarom moet ik aansluiten bij een beheersvennootschap?
1. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
Wanneer u een contract sluit met een uitgever worden daarin de exclusieve licenties voor uw primaire rechten en de afgeleide rechten of nevenrechten geregeld.
De primaire rechten omvatten de primaire exploitatie van uw manuscript, namelijk de uitgave in boekvorm. De nevenrechten (in het modelcontract artikel 2.1, punt (4) tot (10)) betreffen de mogelijke bewerkingen van het manuscript: vertaal-, toneel-, audio- en digitale rechten. Het zijn de afgeleide rechten. Ook deze nevenrechten zijn voorwerp van de overeenkomst , en dus van onderhandeling: u bent niet verplicht al deze exploitatiewijzen aan uw uitgever over te laten. Hiervoor zal uw uitgever vaak contracteren met een derde, die in deze exploitatievorm gespecialiseerd is of die uw boek in een andere taal ter beschikking stelt. Uw uitgever moet u steeds op de hoogte brengen wanneer hij contracteert met een derde.
Wat met de audiovisuele bewerking? In België kan de visuele adaptatie geen voorwerp uitmaken van het uitgavecontract. Deze moet in een apart addendum geregeld worden. De auteur moet zelf beslissen of hij de (onderhandelingen voor) visuele adaptatie aan zijn uitgever overlaat.
2. Voor welke beheersvennootschap kies ik?
Alles hangt er een beetje vanaf wat je wil, maar helaas is de evidente keuze voor de beste betaler geen optie. Beheersvennootschappen laten op dat vlak niet in hun kaarten kijken (hoewel VAV hier meermaals om heeft gevraagd). Hoewel het om een recht gaat (en het dus niet afhankelijk mag zijn van de vennootschap) zijn er verschillen, alleen valt niet uit te maken bij wie je best af bent. Rest dan dienstverlening, beschikbaarheid en eventueel ander repertoire (zo wordt muziek alleen door SABAM beheerd).
3. Waarom moet ik aansluiten bij een beheersvennootschap?
Beheersvennootschappen beheren de auteursrechten van hun leden. Het innen van collectieve rechten is alleen mogelijk via een beheersvennootschap. Het is daarom belangrijk dat je je als auteur aansluit – het is de enige weg om aanspraak te maken op reprografie- en (toegegeven: povere) leenrechtvergoedingen. Voorbeelden van beheersvennootschappen zijn deAuteurs, SABAM, SOFAM. In Nederland doet LIRA dit. Deze vennootschappen zijn bij wet aangeduid om de collectieve rechten zoals reprografie en leenrecht uit te betalen aan auteurs. Van zodra je een publicatie op je naam hebt zou je bij een van deze huizen moeten aansluiten. Deze vergoedingen zijn niet altijd hoog (afhankelijk van aantal boeken, oplages, vertalingen, pagina’s,…) maar je hebt er wel recht op.
De beheersvennootschappen oefenen ook andere rechten uit, met name voor theaterauteurs (opvoeringsrechten) en audiovisuele auteurs (uitzendrechten, thuiskopie, kabelrechten, dvd-rechten). Voor de exploitatie van de werken van hun leden sluiten beheersvennootschappen algemene contracten met de gebruikers (theatergezelschappen, televisiezenders, bioscoopzalen,…), en verlenen ze de gebruiker de toestemming om de werken van hun leden te gebruiken onder de voorwaarden die beschreven worden in de overeenkomst.
Inhoudsopgave
1. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
2. Voor welke beheersvennootschap kies ik?
3. Waarom moet ik aansluiten bij een beheersvennootschap?
1. Wat zijn de primaire rechten en nevenrechten in mijn uitgavecontract?
2. Voor welke beheersvennootschap kies ik?
3. Waarom moet ik aansluiten bij een beheersvennootschap?