De poëzie is dood. Leve de poëzie!
De Vlaamse Auteursvereniging (VAV) rondde in 2010 een onderzoek naar de staat van de poëzie af. Eén conclusie: het gaat niet goed met de poëzie in Vlaanderen. VAV doet een aantal concrete voorstellen.
Enkele cijfers
– In 2010 werden van één (1) dichtbundel meer dan duizend exemplaren verkocht: Haiku van Herman van Rompuy. 70 titels uit de top 100 verkochten tot 300 exemplaren.
– Het recentste werk van Luuk Gruwez staat bij 17% van de Vlaamse bibliotheken in het rek. 2% heeft de nieuwste van staatsprijswinnaar Roger de Neef in huis.
– Van de meeste dichters is in Vlaanderen 1 exemplaar van 1 van hun bundels in 1 van de 35 getelde boekhandels aanwezig. Vaak vind je in het beste geval enkele bloemlezingen op de goed weggemoffelde poëzieplankjes.
– Recente berichten van uitgevers zijn evenmin hoopgevend: het uitgeven van vertaalde poëzie wordt stelselmatig afgebouwd.
VAV staat niet alleen met deze bevindingen: ‘Poëzie razend populair, maar bijna niemand koopt het’, luidde de analyse van Taalschrift. Tijdschrift over taal en taalbeleid (22/01/10). De verkoop van dichtbundels is in vier jaar tijd met een kwart gedaald, meldde De Standaard op 11 augustus 2011.
Het vreemde is: het gaat ook goed met de poëzie in Vlaanderen en Nederland. Naar schatting 600.000 mensen wagen zich er af en toe aan, in tientallen schrijfopleidingen wordt poëzieschrijven behandeld en op het net wemelt het van poëtische (en pseudopoëtische) websites. Op belangrijke momenten hebben velen behoefte aan poëzie.
Oorzaken
Het ‘poëzieprobleem’ heeft veel oorzaken. De media-aandacht is (behalve rond Gedichtendag) gering. Op de boekenbladzijden van kranten en tijdschriften is steeds minder plaats voor nieuwe dichtbundels. Op school komt poëzie bijna niet meer aan bod. Leesbevorderingsinitiatieven en leesclubs richten zich weinig of niet op poëzie. Uitgevers maken voor poëziepromotie zelden budgetten vrij. De bibliotheken en de boekhandel: zie hierboven. Hoe moeten lezers weten dat dichter X of Y een nieuwe bundel heeft als niemand het nog zegt?
Voorstellen
De VAV-werkgroep Poëzie formuleert concrete beleidsvoorstellen voor de promotie, leesbevordering, kwaliteitsbewaking en ondersteuning van dichters.
– We stellen voor dat het Poëziecentrum of een nog op te richten stichting een algemeen promotieplan uitwerkt, mede gefinancierd door de uitgevers. Een dynamische, constant geüpdatete ‘officiële’ website kan een waardevolle bron worden waar poëzielezers betrouwbare info over Vlaamse dichters en hun (nieuw) werk kunnen vinden.
– Aan literaire boekhandels vragen we een inspanning: meer bundels in de winkel én op een zichtbare plek. Hier kan het Vlaams Fonds voor de Letteren een rol in spelen We stellen ook voor dat subsidies voor literaire manifestaties afhankelijk gemaakt worden van de aanwezigheid van een boekenstand. Wie op een poëziefestival geraakt wordt door een dichter, moet zijn/haar werk meteen kunnen aanschaffen. Op alle plekken waar mensen van cultuur genieten, moeten de leveranciers van de ontroering (zoals dichters en schrijvers) hun boeken kunnen verkopen.
– We roepen de Stichting Lezen, Vlaanderens belangrijkste leesbevorderaar, op te focussen op poëzie. We vragen de openbare bibliotheken hun poëzieaanbod uit te breiden en actief te promoten, onder andere door dichterslezingen te organiseren en poëzieblikvangers in de bib. We roepen leesclubs op meer poëzie in hun programma op te nemen en dichters uit te nodigen. Om jongeren weer warm te maken voor poëzie denken we aan rondreizende poëzieambassadeurs en aantrekkelijke lespakketten waarmee leerkrachten meeslepende poëzielessen kunnen geven.
– Om de kwaliteit van het aanbod op peil te houden, vragen we aan het Vlaams Fonds voor de Letteren om productiesubsidies te voorzien voor o.a. de uitgave van uitstekende nieuwe poëziedebuten en -vertalingen. We lanceren ook het idee van poëziecoaches voor debuterende auteurs.
U kunt het rapport hier raadplegen.
Koen Stassijns en Lies van Gasse, namens de Vlaamse Auteursvereniging (VAV)