In Brussel loopt momenteel de tentoonstelling De wereld van de strips in originelen: een overzicht van de Belgische stripgeschiedenis met een 220-tal werken van Belgische striptekenaars. Geen sprake helaas van de scenaristen van de verhalen: Pascal Lefèvre levert hierover een kritische bijdrage in Rekto Verso. Hieronder leest u de bewuste paragraaf:
ZONDER VEEL VERHAAL
Wat alzo verdonkermaand wordt, is het verhalende aspect of de bijdrage van de scenarist. Maar wat zou de stripwereld zijn zonder scenarioschrijvers à la René Goscinny, Hector Oesterheld, Alejandro Jodorowsky of Alan Moore? Bij geen enkele plaat op de tentoonstelling hebben de curatoren de naam van de scenarist laten vermelden. Terwijl in de media een selectieve verontwaardigding de kop opstak over vermeende censuur op een tekening van François Schuiten, merkte wel niemand op dat bijvoorbeeld de naam van de scenarist (Benoît Peeters) van die bewuste plaat nergens wordt vermeld: noch in de tentoonstelling, noch in het biografische stukje over Schuiten in de brochure. Nochtans is Benoît Peeters essentieel geweest in de conceptie van de Cités Obscures-reeks, vanaf het prille begin in 1983 tot op heden.
Terwijl het voor vakmensen zonneklaar is dat het scenario een cruciale rol speelt, lijkt dat van weinig tel voor striptentoonstellingsmakers, nogal wat stripliefhebbers én subsidiërende instanties – zo biedt het Vlaams Fonds voor de Letteren geen specifieke ondersteuning voor het scenario, zoals het VAF dat wel doet. Als de curatoren het plastische dan toch zo sterk hebben willen beklemtonen, kan men zich ook afvragen waarom ze dan een van de meest sprankelende striptekenaars op dat vlak, Johan De Moor, niet eens geselecteerd hebben.
Klik hier voor het volledige artikel.
VAV noteert dat behalve de literair vertaler en de audiovisuele scenarist ook de stripscenarist niet aan bod komt wanneer het op naamsvermelding aankomt: reacties en ervaringen zijn welkom bij Natalie Ariën.