Royalty’s: laat u niet in de luren leggen

VAV stelt een zorgwekkende evolutie in de contractvoorstellen van uitgevers vast. Steeds vaker komen we contracten tegen waarin een uitgever 10% royalty’s biedt voor alle exploitatiewijzen. De adviestarieven die VAV ter beschikking stelt en die door het VFL worden gehanteerd als voorwaarde voor de toekenning van subsidies betreffen uitsluitend royalty’s op de netto-verkoopprijs: deze moeten minstens 10% bedragen. In de contractvoorstellen zien we deze percentages echter steeds vaker opduiken bij de exploitatie-inkomsten. We wijzen erop dat de auteur in geval van berekening op exploitatie-inkomsten minstens 50% van de netto-opbrengsten toekomt.

We lichten hieronder de twee berekeningswijzen kort toe.

1. Royaltypercentage op verkoopprijs

Berekeningsbasis gehanteerd bij de primaire exploitatie.
Om te vermijden dat de calculatie van de winst op een boek administratief te zwaar weegt, wordt algemeen aanvaard dat de productie- en distributiekosten en boekhandelskorting van een boek 80% van de winkelprijs bedragen. De overige 20% is dus de winst. Deze wordt gelijkelijk verdeeld tussen uitgever en auteur(s) – een verdeling van 50/50, wat dus neerkomt op 10% van de netto-verkoopprijs (winkelprijs excl. 6% btw). Wanneer een uitgever u 10% biedt op de netto-verkoopprijs, betekent dit dat zijn aandeel eveneens 10% is.

-> 10% is het percentage dat u voor de primaire exploitatie (het papieren boek in de winkel) minimaal dient te ontvangen.

De primaire exploitatiewijze, waarbij deze berekeningsbasis van toepassing is, betreft de papieren uitgave die in de handel wordt aangeboden. In het modelcontract vindt u dit terug onder artikel 6.2, puntje (1).

 

2. Royaltypercentage op exploitatie-inkomsten

Berekeningsbasis gehanteerd bij de secundaire exploitatiewijzen.
Wanneer de uitgever met derden contracteert voor een bepaalde exploitatiewijze zal hij een bedrag overeenkomen met deze derde, waarbij die een licentie krijgt voor de exploitatie. Ook wanneer hij zelf een andere exploitatiewijze dan de primaire op zich neemt zal dit als berekeningsbasis genomen worden. Van het bedrag dat de uitgever uit deze exploitatiewijze ontvangt mag hij zijn gemaakte kosten aftrekken. Het resterende bedrag is de netto-opbrengst en dient, net zoals het geval is bij de opbrengst van de primaire verkoop, gelijkelijk verdeeld te worden tussen uitgever en auteur(s). Opnieuw een 50/50 verdeling dus, of in dit geval: 50% van de exploitatie-inkomsten. Wanneer een uitgever u 10% biedt op de exploitatie-inkomsten, betekent dit met andere woorden dat zijn aandeel 90% is.

-> 50% is het percentage dat u voor de secundaire exploitatie minimaal dient te ontvangen.

De secundaire exploitatiewijzen waarbij deze berekeningsbasis van toepassing is worden opgesomd in het modelcontract 6.2 vanaf puntje (2).

De regel van 50% op exploitatie-inkomsten kent één uitzondering: het percentage op e-boeken (online-exploitatie, art.6.2. (4)) bedraagt minstens 15% op de exploitatie-inkomsten.

 

VAV zal bij de evaluatie van het modelcontract bij de Vlaamse Uitgeversvereniging aandringen op een correcte verloning, die gelijk loopt met de berekening van de primaire exploitatie. Ook het VFL zal hierbij betrokken worden.

Voor meer informatie of indien u uw contract wil laten controleren vóór ondertekening: mail naar natalie@auteursvereniging.be.