Open brief Kirstin Vanlierde aan Peter Buwalda

Peter Buwalda haalde in De Volkskrant uit naar kinderboeken en hun schrijvers. Kinderboekenschrijfster en gewezen VAV-bestuurslid Kirstin Vanlierde dient hem van repliek.

Haar open brief verscheen in De Standaard der Letteren op 5 juli 2019.

Mensen zonder fantasie zijn enge wezens

Beste meneer Buwalda,

U leest nooit kinderboeken, schrijft u in De Volkskrant. Dat is uw goed recht, natuurlijk. Maar u zegt er in één adem bij dat u volwassenen wantrouwt die dat wel doen. Volgens sommigen bedoelt u dat grappig. Dat is dan een mop op de kap van een heel segment collega’s en een enorme basis aan lezers, met ongezien en vooral ongefundeerd dedain.

Uw sneer naar valsspelende schrijvers van kinderboeken is in het licht van de recente ALMA opmerkelijk. U pikt er mensen uit (Roald Dahl, Bart Moeyaert) met werk dat internationaal geliefd en bekroond is. Dat ruikt nogal naar jaloezie.
Maar ik geef u het voordeel van de twijfel en antwoord u inhoudelijk.

Niet elk kinderboek is een literair meesterwerk, maar daarin verschillen kinderboeken niet van werk voor volwassenen. De jeugdliteratuur kan pareltjes voorleggen, van het woord én vaak ook het beeld. En goede literatuur heeft misschien een ondergrens, maar geen bovengrens: de beste kinderboeken bieden ook volwassenen plezier en ontroering, omdat ze zo verdomd goed geschreven zijn en zoveel meer tussen cover en achterplat steken dan een verhaaltje.

Ik leid uit uw oprisping ook minachting voor fantasie af. Zonde. Fantasie stimuleert creativiteit, hoop, warmte en het geloof dat we dingen kunnen veranderen – eigenschappen waarin zogenaamde volwassenen vandaag niet bepaald uitblinken. Fantasie verschijnt in kinderboeken soms onder de gedaante van tovenaars of reuzen. Maar het is vooral een open blik op de wereld, een diep soort fijngevoeligheid, het omgekeerde van cynisme. Mensen zonder fantasie zijn enge wezens.

Uw uitspraak dat kinderboeken geschreven moeten worden door kinderen zou hilarisch zijn als ze niet zo intriest was. Boeken leren lezen lijkt op goed leren eten. Smaken ontdekken, onbekende dingen proeven, goesting krijgen voor het leven, letterlijk. Volgens uw redenering zetten we beter kinderen in de keuken om voor leeftijdsgenoten te koken. Dat is van een stompzinnigheid die nu eens géén uitleg behoeft.

Nee, meneer Buwalda, kinderboeken worden vandaag geschreven door mensen die kinderen respecteren. Ze dagen hen uit om voorbij de horizon te kijken, om te proeven van het onbekende en te vertrouwen op wat er in hen ontluikt. Jeugdauteurs wijden zich met hart en ziel aan een jammer genoeg vaak ondergewaardeerd aspect van het schrijversvak. Maar bijna alles wat van belang is, begint al in de kindertijd. Blijkbaar vergeten sommige mensen, zelfs schrijvers zoals u, dat zodra ze volwassen worden.

Of bent u het misschien eens met juffrouw Bulstronk, die beweerde nooit kind te zijn geweest? We weten wat voor sympathieke figuur dát was. Tenminste, als we onze klassiekers kennen.