Het boek en de beurs: Erik Vlaminck over de crisis in het boekenvak

Op 15 november publiceerde De Redactie een opiniebijdrage van VAV-voorzitter Erik Vlaminck over de crisis in het boekenvak. U vindt de bijdrage hieronder.

 

Het boek en de Beurs

 

Het boek heeft het goed gedaan op de beurs. De Boekenbeurs welteverstaan. Het is een verheugende en enigszins onverwachte vaststelling want het boek zit in een hoek waar klappen vallen.

 

Elf dagen heeft de Boekenbeurs geduurd. Tijdens die elf dagen vernam ik van zes mensen die ik persoonlijk ken en die met grote verdienste bij gerenommeerde uitgeverijen werken dat ze, wegens de crisis en een reorganisatie ontslagen werden. Tijdens die elf dagen werd ik aangesproken door drie collega-auteurs (het gaat om mensen met naam en faam en met een sterk en goed onthaald oeuvre) die radeloos op zoek zijn naar een uitgever omdat ‘het huis van vertrouwen’ dat hun boeken altijd produceerde wegens de crisis en een reorganisatie besloten heeft om minder titels op de markt te brengen. Tijdens die elf dagen sprak ik met drie meermaals gelauwerde literaire vertalers die met de moed der wanhoop solliciteren voor een baan in loondienst omdat de opdrachten voor vertaalwerk wegens de crisis en een reorganisatie uitblijven. Mijn gesprekken staan in schril contrast met de juichende berichtgeving over de druk bezochte en commercieel geslaagde Boekenbeurs.

 

Het is met schroom dat ik de jubelende berichten uit Antwerp Expo nuanceer. Klagen en narigheid in de verf zetten heeft immers al te vaak het effect van een self fulfilling prophecy. Maar er is een realiteit die niet genegeerd kan worden.

 

De moeilijkheden waar het boekbedrijf mee worstelt zijn complex. Een belabberde algemene economische conjunctuur en de impact van digitale machinerie op een artisanaal product dat in essentie eeuwenlang onveranderd bleef, vormen een onoverzichtelijk conglomeraat van problemen. Ongetwijfeld spelen nog andere factoren een rol, zoals bijvoorbeeld het kortetermijndenken van aandeelhouders in uitgeefconcerns of de devaluatie van het boek als economisch object. Er ontstaat een domino-opstelling waarin stenen beginnen te vallen die alles dreigen te doen kantelen.

 

Je zou het, kort door de bocht, ook zo kunnen analyseren: mensen kopen amper nog reisgidsen omdat ze de informatie die ze nodig hebben voor hun citytrip met meer gemak, en bovendien kosteloos, op het internet kunnen vinden. Wegenkaarten worden museumstukken want de alomtegenwoordige gps-stem voorkomt de echtelijke ruzies waar de wegenkaart gepatenteerd voor zorgde. Bij de boekhandel, waar reisgidsen en wegenkaarten een belangrijk deel van het assortiment uitmaken, daalt de omzet en verdwijnt de winst die voordien ook al niet riant was. Voeg daar de rechtstreekse verkoop van boeken via het internet aan toe en het wordt duidelijk waarom de voorbije jaren tientallen boekenzaken in Nederland de deuren sloten. In Vlaanderen vermindert het aantal boekhandels voorlopig (?) niet. Maar, hoe dan ook, kunnen de uitgevers voor wie Vlaanderen en Nederland één afzetmarkt is minder boeken, van welk genre dan ook, op de schappen zetten. Het aantal exemplaren van een boek dat nodig is om voor de uitgave een commerciële break-even te behalen wordt alsmaar vaker niet bereikt. En dus worden er minder boeken uitgegeven. De dominostenen vallen, de verschraling neemt toe.

 

Zullen ze blijven vallen? Ik vermoed dat de afkalving nog geruime tijd zal doorgaan. Tegelijk ben ik ervan overtuigd dat bijvoorbeeld goede literatuur en kwaliteitsvolle non-fictie altijd hun weg zullen blijven vinden. Ik geloof er daarenboven rotsvast in dat die goede literatuur en kwaliteitsvolle non-fictie als papieren boek zullen overleven. Omdat een boek voor velen een ideaal geschenk zal blijven. Omdat een boek gelezen wordt en een scherm geraadpleegd. Omdat je een boek kunt koesteren en een scherm niet. A thing of beauty is a joy forever.

Maar de hele sector zal zich moeten reorganiseren. Kostenposten en verdienmodellen zullen drastisch wijzigen. De grootste ellende is het menselijke leed dat zulke transformaties veroorzaken. Nogal wat mensen in de uitgeverijen en bij boekhandels zullen de baan verliezen waar ze niet alleen van, maar ook met hart en ziel voor leefden. Bij een aantal auteurs, illustratoren en vertalers die hun beroep professioneel uitoefenen zal de miserie zo mogelijk nog groter zijn, omdat zij in de meeste gevallen niet kunnen terugvallen op een opzeg- of werkloosheidsvergoeding. ‘Dat hebben ze zelf gezocht,’ hoor ik de criticasters meteen zeggen. Ik noteer hun reactie maar ik geef ze geen gelijk.

Ik blijf vinden dat de overheid hier vierkant in gebreke blijft. In een beschaafd land is het de verantwoordelijkheid van de overheid dat er voor iedereen, ook voor de creatieve kunstenaars, sociale vangnetten zijn. Uiteraard moeten die creatieve kunstenaars op het moment dat ze hun kost wel verdienen een redelijke bijdrage betalen om dergelijke voorzieningen solidair in stand te houden; het manna hoeft echt niet uit de hemel te vallen. Het manco is echter dat het huidige kunstenaarsstatuut alleen voor uitvoerende kunstenaars (acteurs, muzikanten…) een minimale regelgeving biedt. Tenzij dat snel verholpen wordt, zullen de actuele perikelen in de boekensector nog voor heel wat menselijke drama’s zorgen.

 

De vele boeken die tijdens de Boekenbeurs over de toonbank gingen en die binnenkort feestelijk verpakt onder kerstbomen zullen liggen zijn daarbij slechts pleisters op de wonde.

 

Erik Vlaminck,

voorzitter Vlaamse Auteursvereniging (VAV).